Seksuele intimidatie

Ook volleybal is een sport waar intimiteit en lichamelijk contact een rol kunnen spelen. Zovoc vindt het belangrijk dat we binnen de vereniging heldere afspraken maken over de grenzen van lichamelijk contact en intimiteit, vooral die tussen begeleider en sporter en ook tussen begeleiders en sporters onderling. Daarom willen we dat alle vrijwilligers van de vereniging, zoals coaches, trainers en begeleiders onze gedragsregels kennen en onderschrijven. In onderstaande link kun je de gedragsregels terugvinden:

Gedragsregels Nevobo

Daarnaast is er sinds 1 april 2019 een meldplicht in het tuchtreglement seksuele intimidatie. Ook Nevobo heeft zich hierbij aangesloten. Deze meldingen kunnen worden gedaan bij het meldpunt grensoverschrijdend gedrag.

Als je het vermoeden hebt of zeker weet dat je te maken hebt met seksuele intimidatie binnen de vereniging, neem dan in elk geval contact op met de vertrouwenspersoon. Deze kan samen met jou kijken wat logische vervolgstappen zijn.

 

Pesten

De laatste jaren kreeg Nevobo regelmatig meldingen over pestgedrag binnen verenigingen en/of  volleybalteams. Nevobo heeft in verschillende situaties een bemiddelende rol gespeeld.

Om verenigingen een handreiking te bieden hoe met pestgedrag om te gaan, is een ‘pestprotocol’ opgesteld. Dit protocol geeft achtergrondinformatie over wat pesten eigenlijk is (inclusief nieuwe vormen van pesten), over een aanpak tegen pesten en over de begeleiding aan de verschillende partijen die bij het pesten zijn betrokken.

Nevobo hoopt dat het protocol verenigingen zal helpen om het onderwerp bespreekbaar te maken en om invulling te geven aan een pestbeleid binnen de club. Net als met alle andere onderwerpen die te maken hebben met Sportiviteit & Respect is het om resultaat te bereiken belangrijk om met elkaar afspraken te maken over de inhoud van een dergelijk beleid, over hoe het beleid binnen de vereniging gestalte krijgt en wie op wat voor moment verantwoordelijk is of het aanspreekpunt is.

Voorbeeld van gedrag die op pesten kunnen duiden zijn:

 

    • volstrekt doodzwijgen;
    • isoleren;
    • psychisch en/of fysiek mishandelen;
    • slaan of schoppen;
    • voortdurend zogenaamd leuke opmerkingen maken over een teamgenoot;
    • bezittingen afpakken of stukmaken;
    • het slachtoffer voortdurend de schuld van iets geven;
    • opmerkingen maken over kleding of uiterlijk;
    • met e-mails of via social media berichten met een bedreigende of beledigende inhoud versturen;
    • beledigende afbeeldingen van het slachtoffer digitaal verspreiden of op het internet plaatsen

Trainers en coaches kunnen het pesten vroegtijdig signaleren door steeds bedacht te zijn op één van de genoemde signalen. De genoemde signalen zijn uiteraard niet uitputtend.

Hoe te handelen, wanneer een vermoeden bestaat van pestgedrag tussen twee sporters:

Stap 1: Vaststellen of de gepeste heeft geprobeerd het eerst samen met de pester op te lossen.

Stap 2: Op het moment dat de gepeste er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt), actief ingrijpen door de trainer/coach.

Stap 3:

 

    • De trainer/coach brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken.
    • Eventueel contact zoeken met de ouders van de partijen na de kinderen daarover ingelicht te hebben.
    • Eventueel een gesprek voeren met het hele team. Als trainer/coach kun je het onderwerp pesten aan de orde brengen door met het team te bespreken wat de oorzaken en de gevolgen zijn voor de slachtoffers, de daders, de meelopers en de zwijgende middengroep. Besproken kan met elkaar worden of ze zich realiseren welk verdriet zij veroorzaken met hun houding. Vervolgens kan aan het team om suggesties gevraagd worden hoe de situatie verbeterd kan worden voor de gepeste teamgenoot.
    • Bij herhaling van pesterijen/ruzies tussen dezelfde personen zullen sancties richting pester volgen.

Stap 4: Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de trainer/coach duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de persoon die pest/ruzie maakt. Ook wordt de naam van de ruziemaker/pester genoteerd in een verslag. Bij iedere melding omschrijft de trainer/coach ‘de toedracht’. Trainer/coach en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.

De rol van de vertrouwenspersoon (VP)

Het kan zijn dat met bovenstaande stappen nog geen bevredigende oplossing is gevonden. Of dat het conflict plaatsvindt tussen trainer en teamlid. In dat geval kan de trainer/coach of degene die gepest wordt, contact opnemen met de vertrouwenspersoon. Deze VP kan verdere stappen ondernemen en eventueel sancties opleggen. Of samen met de gepeste kijken wat een gepaste oplossing of vervolg zou kunnen zijn.